Namen

In dit verhaal vertel ik het een en ander over het gebruik van zowel voor- als achternamen in onze grote familie door de eeuwen heen. De meeste jongens in onze familie heten simpelweg Jan of Piet (of variant hierop) en de meeste meisjes worden Ria of Annie genoemd. Verder heeft 75% de achternaam Arts, 18% de achternaam Ardts en 7% de achternaam Artz.

Henry Arts (1869-1946), Heinrich Artz (1865-1930) en Hendrik Ardts (1822-1893) zijn allemaal familieleden van ons. In de basis hebben ze alle drie dezelfde naam maar toch met wezenlijke verschillen. Ook Jan Arts (1893-1976), Johann Artz (1879-1947) en John Ardts (1860-1938) hebben in wezen dezelfde naam en behoren tot onze grote Arts familie. En hetzelfde geldt voor de vrouwen Mary Ardts (1889-1988), Maria Artz (1906-1997) en Marie Arts (1891-1974).

Arts, Ardts of Artz… Hendrik, Heinrich of Henry… Jan, Johann of John… Marie, Maria of Mary… Allemaal een variant op dezelfde naam en familie van elkaar. Het verschil komt vooral door de plek waar hun wieg stond.

Onze voornamen

Kinderen werden vroeger vrijwel altijd vernoemd naar andere familieleden. Verder was het ook een vast gebruik om de oudste zoon naar de opa van vaders zijde en de oudste dochter naar de oma van moederszijde te vernoemen. Om deze redenen zie je dat binnen één familie vaak dezelfde voornamen terugkomen over meerdere generaties. Zo leven er bijvoorbeeld nu nog steeds vele familieleden die Arnold als voornaam hebben, vernoemd naar onze stamovergrootvader Arnoldus of Aart meer dan twaalf generaties geleden!

Eén op zes jongens in onze familie heet Johannes of Petrus. Hun roepnamen zijn dan vaak Johan, Jan of Hannes en Piet of Peter. Daarna volgen Antonius (Antoon/Toon/Ton), Arnoldus (Aart/Arnold/Nol), Martinus (Maarten/Tinus/Martien), Gerardus (Gerard/Gerrit), Hendrikus (Hein/Hendrik/Harrie) en Wilhelmus (Willem/Wim) als meest voorkomende voornamen. In de loop van de 19e eeuw emigreren verschillende Artsen en zij vertalen simpelweg de Nederlandse namen naar de lokale taal. Zo noemen ze hun zonen in Amerika John, Pete(r), Henry, William/Bill en George. In Duitsland heten de jongens vooral Johann, Peter, Heinrich, Arnold, Gerhard, Wilhelm en Martin.

Eén op vier vrouwelijke Artsen krijgt Maria of Johanna als eerste doopnaam. Hun roepnamen zijn dan Marie, Mieke, Miet, Miep, Ria, Riet en Jo, An of Annie. Verder komen Petronella (Nel/Nellie), Wilhelmina (Mien/Mina), Catharina (Katrijn/Cato/To), Hendrika (Drieka/Heintje), Elisabeth (Betje/Lies) en Theodora (Thea/Dora/Door) vaak voor in onze familie. In Amerika worden de vrouwennamen dan vertaald naar Mary, Ann(ie), Nellie, Dora, Beth, Minnie en Katie. En in Duitsland Maria, Anna, Katharina, Karin en Petronella.

Onze achternaam

Voor 1800 was het gebruik van achternamen niet gestandaardiseerd. Men gebruikte vaak een beroep als achternaam (bv. Bakker) of iemands specifieke eigenschap (bv. de Lange). Ook kwam iemands woonlocatie regelmatig terug in de achternaam (bv. van de Heuvel). De achternaam Arts is een patroniem of afstammingsnaam en komt van onze stamovergrootvader Arnoldus. Zijn kinderen gebruiken Aart’s zoon of kortweg Arts als achternaam.

In deze tijd vindt je de namen alleen terug in kerkboeken (dopen, trouwen, begraven) of in aktes (bv. aan/verkoop grond). Ze worden dan met de hand geschreven, door wisselende personen en in verschillende dorpen. Toen zijn ook de verschillende varianten Arts, Ardts en Artz ontstaan. Pas met de invoering van de burgerlijke stand rond 1815 wordt een vaste achternaam verplicht. Na die tijd kom ik alleen nog sporadisch een naamsverandering tegen, meestal bij een emigratie: Hendrikus Arts wordt dan bv. Heinrich Artz in Duitsland.

Generatie I en II: Arnoldus Martens en zijn zoon Caspar Arts

Arnoldus Martens (~1620-1706) was onze stamovergrootvader. Arnoldus wordt ook wel Aart genoemd en hij trouwt in 1646 in Ledeacker met Katrijn. Alleen via hun zoon Caspar gaat de mannelijke lijn door. Hij wordt geboren als Gasparius filius (zoon van) Arnoldus Martini. Caspar trouwt als Gasparus Arts en wordt begraven als Caspar Arts. In beide gevallen heeft hij zich vernoemd naar de voornaam van zijn vader: Aart’s zoon.

Caspar Arts (1649-1720), zoon van onze stamovergrootvader Arnoldus, en de eerste die de achternaam Arts gebruikt

De acht kinderen van Caspar en zijn vrouw Erken worden in Beugen geboren als kind van Caspar Arnoldi of Caspar Aerts. Zij gaan de achternaam Jaspers gebruiken (genoemd naar hun vader Caspar).

Generatie III en IV: Arnoldus Jaspers en zijn zonen Peter Arts en Jasper Ardts

Alleen via zoon Arnoldus (1684-1748) gaat de mannelijke lijn in onze familie door. Arnoldus wordt geboren als zoon van Caspar Aerts. Hij trouwt als Arnoldus Jaspers en in schepenakten kom ik hem tegen als Aart Jaspers en zelf schrijft hij zijn naam als Aardt IJaspers. Via twee zonen gaat de mannelijke lijn door en daarmee komt de achternaam Arts weer terug: zij vernoemen zich naar hun vader Arnoldus.

Aart’s zoon Peter (1717-1789) wordt geboren als zoon van Arnoldus Jaspers en zijn opa Casparus Aerts is getuige. Peter trouwt als Petrus Artz en hij wordt begraven als Petrus Arts. Peter noemt zich afwisselend Arts, Aerts, Artz en Ardts bij de doop van zijn kinderen. Op dat moment zitten we al rond het jaar 1810 en vanaf die tijd wordt het verplicht om een vaste achternaam aan te nemen als onderdeel van de invoering van de burgerlijke stand.

Hendrik Arts (1757-1840), een zoon van Peter Arts, wordt in 1800 schout en later de eerste burgemeester van Sint Anthonis tot 1830 (zie ook het verhaal Sint Tunnis). En als burgemeester moest hij natuurlijk de inschrijvingen van zijn (klein)kinderen en die van zijn broers bij de burgerlijke stand ondertekenen. Op deze manier worden de achternamen in deze familietak allemaal eenduidig als Arts geschreven.

Geboorte-inschrijving in 1824 van Willem Arts, ondertekend door zijn vader Arnoldus Arts en zijn opa en burgemeester Hendrik Arts.

Aart’s zoon Jasper (1721-1779) wordt geboren als een kind van Arnoldus Jaspers Arts. Hij trouwt en wordt begraven als een Artz. Maar in verschillende schepenakten wordt hij genoemd als Jasper Aarts en ondertekent hij zelf met IJasper Ardts of Aardts. Hij neemt de ouderlijke boerderij in Beugen over (zie ook het verhaal De Spekslagers) en al zijn kinderen worden als een kind van Artz geboren. Tja, en dan vind je dus maar liefst vier verschillende varianten op de naam Arts voor één persoon.

Vier verschillende schrijfwijzen voor één en dezelfde persoon.

Via Jaspers zoon Arnoldus (1752-1838) gaat de lijn in Beugen door. Hij trouwt in 1773 met Sibilla en ze krijgen elf kinderen die allemaal als Artz werden geboren. De achternaam gaat door via vier van hun zonen. Ze trouwen als een Aarts, Arts of Artz. Hun (klein)kinderen gebruiken vervolgens Ardts, Arts en Artz als achternaam. Degenen die naar Duitsland vertrekken veranderen soms niet alleen hun achternaam van Arts of Ardts naar Artz maar ook hun voornaam. Zo gaat Hendrikus Arts (1828-1902) zich Heinrich Artz noemen.

Achternaam van vader of moeder?

Tot 1998 kregen kinderen volgens de wet automatisch de achternaam van de vader. In mijn stamboomonderzoek heb ik vier uitzonderingen hierop gevonden.

De eerste is Thomas Graet (1689-1738). Hij wordt in 1689 in Beugen geboren als zoon van de eerder in dit verhaal genoemde Caspar Arnoldi (1649-1720). Thomas vertrekt als jongeman uit Brabant en trouwt in 1715 in Rotterdam als Thomas Graet (naar zijn moeder Erken Graet). Hij gebruikt dus niet de achternaam Jaspers naar zijn vader Caspar (zoals zijn oudere broer Arnoldus wel doet). De reden hiervan is mij onbekend. Anna, het enige volwassen kind van Thomas, doet later afstand van de erfenis van haar familie Arts uit Brabant.

Maria Zwaan uit Amsterdam trouwt in 1898 met ene Frederik Oudmaijer, maar hij overlijdt in 1900. Maria is dan weduwe en krijgt in 1901 een zoon. Zij noemt hem Karel Wilhelmus Zwaan (1901-1989). In 1907 trouwt Maria met Karel Wilhelm Arts (1877-1964). Hij erkent dan haar zoon en daarmee verandert zijn achternaam in Arts. Ik vermoed dat Karel Arts (senior) wel de echte vader was, maar dat ze, zoals gebruikelijk was in die tijd, om een of andere reden niet voor de geboorte waren getrouwd. Hierdoor kreeg Maria ongetrouwd een kind en deze kreeg in eerste instantie haar eigen achternaam en pas later die van haar man.

Erkenning van Karel Wilhelmus Zwaan door vader Karel Wilhelm Arts.

Johanna Arts (1911-1993) krijgt in Mill in 1945 een levenloos kind. Johanna is costuumnaaister en niet getrouwd. De aangifte wordt gedaan door de vroedvrouw en het kind krijgt de achternaam Arts. Johanna trouwt later niet en krijgt ook verder geen kinderen.

Tot slot is er Johanna Ardts (1861-1918) uit Beugen. Ze krijgt in oktober 1897 een dochter met de naam Jacoba in Baarn. Johanna staat genoteerd als buiten huwelijk en zonder beroep. De dokter is de aangever van de geboorte en twee politieagenten zijn de getuigen. Van een vader is dan nog geen melding, maar in de kantlijn staat geschreven dat bij het huwelijk van 19 april 1898 ‘hebben Johannes Hubertus van der Heijden en Johanna Maria Ardts dit kind voor het hunne erkend en alszoo gewettigd’.

Scroll naar boven