Het begin

Het verhaal begint zo’n 400 jaar geleden toen Arnoldus (Aart) Martens en Catharina (Katrijn) Thomassen rond 1620 werden geboren. Aart en Katrijn wonen in het buurtschap Papenvoort, één kilometer ten noorden van Ledeacker (‘t Leker) in het land van Cuijk. Ze trouwen in 1646 in de Sint-Catharinakapel van Ledeacker. De eerste vier generaties van onze familie zijn landbouwers in het oosten van Brabant in de omgeving van Sint Anthonis en Beugen.

Catharinakerk Ledeacker (Jan de Beijer, 1743).

“Ledeacker werd voor het eerst in 1414 vermeld als ‘Sint Kathrijnen in den Broecke’, naar de 14e-eeuwse Sint-Catharinakapel die er was. In deze kapel zijn Aart en Katrijn dus getrouwd in 1646. Twee jaar later, bij de vrede van Münster in 1648, kwam het verbod op het katholieke geloof en werd de kerk ingenomen door de protestanten. Aangezien er geen (protestantse) kerkgangers waren, werd deze gebruikt als opslagplaats voor de Domeinen.

Pas in 1798 werd de kerk teruggegeven. Sindsdien zijn er een aantal verbouwingen geweest maar het gebouw is nog deels middeleeuws. Sinds 2015 is de kerk niet meer als zodanig in gebruik. Aan de voorkant is er nog wel een kapelletje dat je kunt bezoeken.”

Aart en Katrijn krijgen zeven kinderen maar alleen via hun zoon Caspar (1649-1720) gaat de mannelijke lijn door. Caspar gebruikt de achternaam Arts naar zijn vader Aart (Aart’s zoon). Hieronder zijn doopinschrijving uit het kerkboek van Sint Anthonis: 23 April (1649) bapti(zatus) e(st) Gaspar filius Arnoldi Martini et Catharina conjug(um) suscept(erunt) Joannes Gisberti en Wilhelmina Goswini. Vertaald: 23 april is gedoopt Gaspar zoon van Arnoldus Martens en Catharina, getrouwd, doopgetuigen zijn Joannes Gijsbert en Wilhelmina Goswini.

“Stamboomonderzoek naar de 17e en 18e eeuw kan soms best lastig zijn. De doop-, trouw- en begraafinschrijvingen werden in het Latijns gedaan in kerkboeken. Vaak is het handschrift lastig te lezen en er werden ook veel afkortingen gebruikt. Verder was er in die tijd ook geen eenduidig gebruik van achternamen. Vaak was het een verwijzing naar de voornaam van de vader (en deze wisselde dan per generatie): zoals Arts (naar Aart’s zoon) en Jaspers (naar Caspar’s zoon). En vaak zie je ook allerlei varianten: Aarts, Aerts, Artz, Arts, Aardts en Ardts. Pas in de Franse Tijd rond 1810 wordt het gebruik van een vaste achternaam verplicht.”

Caspar trouwt in 1676 met Erken Graet. Caspar en Erken zijn landbouwers in Beugen waar Erken vandaan kwam. Ze hebben een ‘huijs en moeshoff met bij en aangelegene bouwland groot drie kleijne morgen gelegen onder den Dorpe van Beugen’. Volgens hun dochter Catharina zijn ‘haar vader mank en haar moeder doof’ (rond hun 50e levensjaar) en bezitten ze ‘slechts een klein vermogen’. Caspar en Erken krijgen acht kinderen. Twee dochters en twee zonen trouwen en krijgen kinderen, maar alleen via twee zonen van hun zoon Arnoldus (Aart) gaat de mannelijke lijn door.

Beugen vanuit het zuiden (C. Schindler, 1798).

Aart (1684-1748) gebruikt de achternaam Jaspers (naar zijn vader Caspar). Aart trouwt in 1715 met Catharina Huijbers en krijgt met haar zeven kinderen. Catharina overlijdt echter al jong en Aart trouwt met Anneke Martens waar hij ook weer zeven kinderen mee krijgt. Aart is landbouwer in Beugen. De mannelijke lijn gaat verder via twee zoons van Aart en Catharina met de naam Arts, of variant, naar vader Aart.

De eerste is Peter Arts-Aerts-Artz (1717-1789). Hij trouwt in 1748 met Maria Willems uit Sint Anthonis. Hij wordt landbouwer, bierbrouwer en herbergier in de Zwaan in Sint Anthonis. Deze herberg blijft lang in de familie. Lees meer hierover bij het verhaal De herbergiers. Hendrik, een zoon van Peter, wordt schout en later de eerste burgemeester van Sint Anthonis. Ook een zoon, kleinzoon en achterkleinzoon van hem worden later burgemeester van Sint Anthonis. Vier generaties Arts burgemeesters over een periode van 125 jaar. Meer hierover bij het verhaal over Sint Tunnis. Andere kinderen van Peter en Maria vertrekken richting Volkel (zie ook De biggenmarkt), Grave en Reek en later ook naar Mill, Heesch, Leeuwen, Amsterdam (zie ook De duvelshoek), Amerika (zie ook De emigranten) en vele andere plekken.

Sint Anthonis (Josua de Grave, 1675) met de kerk, het dak van herberg ‘de Zwaan’ en vooraan een boerenwoning.

De tweede zoon van Aart waarmee de naam Arts doorgaat is Jasper Aardts-Arts-Artz (1721-1779). Hij trouwt in 1748 eerst met Joanna Ebben en later met Petronella Thomassen. Jasper neemt de boerderij de Vrijthof van zijn vader Aart in Beugen over. Er volgen vele nakomelingen in Beugen met achternamen als Aarts, Aerts, Artz, Arts, Aardts en Ardts. Ze zijn vooral landbouwers en vleeshandelaren, maar zijn ook actief in het openbaar bestuur. Lees meer hierover in het verhaal De spekslagers. Velen blijven in Beugen en omliggende dorpen wonen, maar sommige vertrekken ook richting Arcen, Duitsland, Amerika (zie ook De emigranten) en later naar vele andere plaatsen.

Beugen vanuit het westen met ‘de Vrijthof’ links van de kerk (~1750) achter de vijver.
Scroll naar boven