Dit is het verhaal over acht Artsen die emigreren naar de Verenigde Staten tussen 1856 en 1960.
In 1856 vertrekt Cornelis Arts (1827-1899) als vrijgezel en in 1860 volgt zijn neef Jacob Ardts (1831-1902) met zijn vrouw Gertruda van de Loo. Cornelis en Jacob zijn kleinzonen van Arnoldus Ardts (1752-1838) uit Beugen uit het verhaal De spekslagers.
In 1887 en 1889 emigreren de twee zussen Dina Arts (1853-1929) en Nellie Arts (1863-1928) met hun echtgenotes Henricus Zelten en Jacob Verbeten. Dina en Nellie zijn dochters van Gerardus Arts (1809-1881) uit Sint Anthonis uit het verhaal De herbergiers.
Na de Tweede Wereldoorlog vertrekken de broers Jan Arts (1924-2008) en Piet Arts (1930-2024) met hun echtgenotes naar Amerika. Jan en Piet zijn zonen van Nol Arts (1891-1952) uit Volkel (uit het verhaal De biggenmarkt).
Naast de zes Brabantse Artsen vertrekken er ook twee Artsen uit Amsterdam (uit het verhaal De duvelshoek) naar Amerika. Dit zijn Elisabeth Arts (1899-1955) en Henri Arts (1929-2021).
” Voor 1840 vertrokken in totaal slechts zo’n 12.000 Nederlanders naar Amerika. Tussen 1840 en 1870 emigreerden er al zo’n 35.000 mensen naar Amerika.Dit werd regelmatig gestimuleerd vanuit protestantse en katholieke verenigingen maar ook door wetten vanuit Amerika zelf. De emigranten werden in die tijd nog aangeduid als landverhuizers en hier werd niet door iedereen positief naar gekeken. De mensen zouden alleen uit zijn op eigen geluk en fortuin en hun moederland in de steek laten.
In de periode van 1870 tot 1914 vertrokken in totaal maar liefst zo’n 140.000 Nederlanders naar Amerika. Deze groei werd mede mogelijk gemaakt door de komst van het stoomschip. Ten opzichte van een zeilschip kon een stoomschip veel meer passagiers vervoeren en was het een stuk sneller. Er waren meerdere keren per week regelmatige lijndiensten. Na de Tweede Wereldoorlog was er opnieuw een grote emigratie golf uit Nederland, maar nu ook vooral naar andere landen als Canada en Australië.
Het grootste deel van de Brabantse katholieken die naar Amerika emigreerden kwam terecht in het oosten van Wisconsin bij Lake Michigan. In 1848 was hier al een groep van 300 Brabantse katholieken terecht gekomen in het plaatsje Little Chute. Velen volgden later hun voorbeeld.
Over de emigratie van ‘onze’ Brabantse Artsen naar Wisconsin heb ik goede hulp gekregen van Willem Keeris. Willem en Wim Rovers doen onderzoek naar Brabanders die sinds 1848 naar Amerika vertrokken.”
Alle zes Brabantse Artsen komen in deze regio bij Lake Michigan terecht. Het moet een hele reis geweest zijn, zeker voor de eerste reizigers. Hier volgt het reisschema van Cornelis in 1856.
Cornelis wordt als landverhuizer geregistreerd onder de naam Cornelis Aardts, dienstknecht, 29 jaar, mingegoed met als reden voor vertrek: ‘een beter bestaan’.
Registratie van Cornelis Aardts bij vertrek.
Vanuit Beugen vertrekt hij naar Antwerpen. Dit zal hij waarschijnlijk te voet hebben gedaan en wellicht een stuk met de trein (van Turnhout naar Antwerpen). Op 29 maart 1856 vertrekt Cornelis met het schip de Chimborazo vanuit Antwerpen.
Manifest van passagiers aan boord van de Chimborazo.
Via de Schelde en de Noordzee steken ze de Atlantische oceaan over en komen op vrijdag 2 mei 1856 in New York aan. Aan boord waren 425 mensen, waarvan 65 Nederlanders. Tijdens de reis zijn vier kinderen omgekomen.
De driemaster bark Chimborazo (Henry E. Tozer, 1880).
Alle passagiers worden geregistreerd en gecontroleerd op ziektes in Castle Garden dat vanaf 1855 het eerste immigranten station in de VS was (dit heet nu het Castle Clinton monument). Vanaf 1892 is deze rol overgenomen door Ellis Island.
Castle Garden, New York (1853). Battery Conservancy Collection.
Waarschijnlijk volgde Cornelis hierna de voor die tijd gangbare route naar Wisconsin. Eerst met een stoomboot over de Hudson rivier naar Albany en vanaf daar met een trekschuit over het Erie kanaal naar Buffalo. In Buffalo nam men dan een raderstoomboot om de Great Lakes over te steken richting Green Bay, Wisconsin.
Raderstoomboot Lady Elgin (1860). Wikimedia Commons.
Na aankomst gaat Cornelis aan het werk als laborer. In Amerika ontmoet hij Anna van der Ven. Zij had een paar jaar eerder een vergelijkbare reis afgelegd als 12 jarig meisje samen met haar broer en ouders. In april 1858 krijgt Cornelis zijn Declaration of Intention in Green Bay. Dit was een eerste stap tot naturalisatie.
Declaration of Intention van Cornelis Arts.
Cornelis en Anna trouwen in 1860, hebben een boerderij in De Pere en krijgen tien kinderen. Deze informatie kan je ook terugvinden op de US Census Data. Hier het overzicht uit 1870 met daarop Cornelius (farmer), zijn vrouw Ann (keeping house) en de kinderen John van 8, Cornelius van 6 en Henry van 2. Bijzonder is ook de kolom waarin met een letter hun color wordt aangegeven: W(hite), B(lack), Mu(latto), C(hinese) of I(ndian).
US Census Data 1870 van Cornelis Arts en zijn gezin.
Cornelius verkoopt zijn 25 acre farm op 11 maart 1896 en gaat met Ann in de stad wonen. Ruim een half jaar later zijn ze weer in het nieuws: hun huis in de stad is afgebrand en ze waren ternauwernood gered.
De Volksstem, 11 maart 1896.
‘..Hun huis was deze morgen tot de grond toe afgebrand.. Een nachtwerker ontdekte de brand en wekte de familie die daarmee werd gered.’The Milwaukee Journal, 24 oktober 1896)
Drie zonen en drie dochters van Cornelius en Ann gaan trouwen. De oudste zoon John Arts (1862-1905) trouwt met Nellie Peters en zij krijgen zes kinderen. Hun twee zonen George Cornelius Arts (1893-1928) en Antone William Arts (1901-1967) zijn beiden WOI veteraan. George raakt zwaar gewond bij de Slag om Fismes in Frankrijk op 4 augustus 1918. George blijft veel last houden van zijn verwondingen en overlijdt in december 1928, één jaar na de geboorte van zijn enige kind. Zijn kleinzoon Michael ontvangt in november 2023 postuum de Purple Heart Medal voor zijn opa. Meer over Amerikaanse Artsen die meevochten in de Eerste of Tweede Wereldoorlog zie ook het verhaal Oorlog.
“George Arts was one of many soldiers wounded in the assault by machine gun fire and gas artillery shells, suffering a fractured left knee and a bullet wound to his right hip.”
“Grandpa was severely wounded in a World War One battle.He always had mobility issues and used a cane.Grandma said he was always full of fun and really loved children.”
Alleen via Cornelius en Anna’s zoon Henry Arts (1869-1946) gaat de Arts naam verder in de VS tot op de dag van vandaag. Henry trouwt met Minnie Verheijen en ze krijgen vier kinderen en twaalf kleinkinderen. Hun kleinzoon Robert Arts (1924-1948) overlijdt al op jonge leeftijd als gevolg van een motorongeluk. Hij laat zijn vrouw en drie jonge kinderen achter. Hij is niet de enige Arts die is overleden na een motorongeluk, zie het verhaal Doodsoorzaken. Ook in de VS zijn de Artsen katholiek. Henry en Minnie’s kleindochter Helen Arts (1918-1999) wordt Sister Arts en ‘served 60 years with the Racine Dominicans’.
Robert Arts (1924-1948). Marinette Eagle Star, 26 Nov 1948.
Helen Arts (1918-1999).
Cornelius en Anna’s dochter Nellie Arts (1875-1912) trouwt met Antoon Mathey. Hij was in 1870 geboren in Horst en met zijn broers, zussen en ouders in 1892 naar de VS geëmigreerd.
Nellie Arts (1875-1912) en Antoon Mathey (1870-1948) met hun eerste kind Peter (foto uit 1902).
Jacob Ardts (1831-1902), een neef van Cornelis, verhuist eerst naar Duitsland waar hij in 1859 trouwt met de Duitse Gertruda van de Loo. Ze vertrekken kort daarna samen naar Amerika en komen terecht in de Town of Lima in Sheboygan county. Jacob Ardts heeft een perceel van 35 acres (15 hectare). Eén kilometer van hun huis staat het hotel en de winkel van B. Bruecker op Six Corners (hier staat nu nog steeds een bar/grill met die naam). Waarschijnlijk doen ze hier hun boodschappen. Hier vlakbij is ook de enige katholieke kerk in die regio, de Saint George Catholic Church. Deze is gesticht in 1860 en het gezin Ardts behoort tot de eerste groep van 100 parochianen.
Kaart van Town of Lima / Town of Wilson (1875).
Tekening van hotel & winkel bij Six Corners (1875).
Jacob en Gertrude krijgen een zoon en zes dochters. Hun zoon John Ardts (1860-1938) trouwt met Katharina Rammer en zij krijgen één zoon en maar liefst tien dochters.
John Ardts (1860-1938) en Katharina Rammer (1869-1943).
Hun zoon George Ardts (1904-1976) trouwt twee keer maar hij krijgt geen kinderen. George was een nertsenboer.
De tien dochters Ardts trouwen alle tien en krijgen ook alle tien kinderen. Deze krijgen de achternamen van hun partners en daarmee stopt de naam Ardts via deze tak in Amerika.
Op 12 mei 1887 emigreert Lamberdina of Dina Arts (1853-1929) met haar man Henricus Zelten naar Amerika. Dina is de dochter van de landbouwer en herbergier Gerardus Arts (1809-1881) uit Sint Anthonis uit het verhaal De herbergiers.
Dina en Henricus hebben de reis gemaakt met zes jonge kinderen (en zwanger van zoon Henry die in januari 1888 wordt geboren) met de SS Rhijnland van de Red Star line vanuit Antwerpen naar New York.
Dina en Henry hebben een landbouwbedrijf in De Pere. Dina wordt in 1902 weduwe. Haar kinderen zijn dan tussen de 6 en 27 jaar oud. Een paar jaar later hertrouwt ze met Theodorus Wellens. Theodorus was in 1858 geboren in Heesch (waar de broer van Dina naartoe was verhuisd en een herberg was begonnen, zie de Herbergiers) en in 1884 met zijn ouders naar Amerika vertrokken.
Lamberdina Arts (1853-1929) en Henry Zelten (1838-1902).
Petronella of Nellie, een zus van Dina, trouwt met Jacob Verbeten. Jacob was al in 1884 met zijn broer naar Amerika gegaan. Jacob komt terug naar Nederland en trouwt met Nellie in maart 1889. Drie weken later nemen zij de SS Amsterdam van de Holland-Amerika Lijn vanuit Rotterdam naar New York. Negen maanden later wordt hun eerste kind Martin Verbeten in Little Chute geboren.
Gemeentearchief Rotterdam.
Little Chute ligt zo’n 30 kilometer van De Pere waar haar zus twee jaar eerder heen was gegaan. Nellie en Jacob krijgen acht kinderen. Jacob is eigenaar van een soft drink stand. In 1910 overlijdt hun 18 jarige dochter Dora tijdens een blindedarmoperatie volgens de Post Crescent (14-11-1910). Nellie overlijdt in 1928 en Jacob pleegt drie jaar later zelfmoord.
Dan zijn daar de twee broers Jan Arts (1924-2008) en Piet Arts (1930-2024) uit Volkel. Zij komen uit een gezin met dertien kinderen. Hun ouders Nol Arts (1891-1952) en Mieke van der Rijt waren landbouwers op Lankes (zie ook De biggenmarkt). Hier een foto van het gezin Arts-van der Rijt in 1943. In de cirkels Jan (links) en Piet (rechts). Jan en Piet hebben veel (Arts) nakomelingen in de VS gekregen.
Gezin Arts-van der Rijt (1943).
Jan trouwt met Gerarda (Gerry) Verkuylen in 1950 in de Sint Antoniuskerk in Volkel. Ze verlaten Nederland via Rotterdam met de SS Volendam van de Holland-Amerika Lijn op 3 april 1950. Vier weken later komen ze aan in Ormstown Hall, Quebec (Canada). Ze werden gesponsord door een honingboer in Nova Scotia. Jan helpt op de boerderij en Gerry helpt met koken en de verzorging van de kinderen.
Has Verkuylen, Gerry’s vader, hielp hen een jaar later met de papieren zodat ze in een klooster in Clyde, Missouri (Verenigde Staten) konden gaan werken. Ze gaan met de trein naar Missouri. Jan werkt op de boerderij en Gerry repareert kleren. Hier worden twee kinderen geboren. In 1955 gaan ze van Missouri naar Appleton, Wisconsin, waar ze nog zeven kinderen krijgen. Jan en Gerry werden genaturaliseerd op 9 november 1959.
Jan Arts (1924-2008) en Gerry Verkuylen (1923-2010).
Piet trouwt in juni 1960 in Uden met Marietje Dortmans en emigreert diezelfde maand naar Little Chute. Ze gaan met het vliegtuig, waardoor hun reis totaal anders is dan die van Cornelis Arts in 1856.
Piet en Marietje hebben drie kinderen en veel (achter)kleinkinderen. Piet heeft geholpen bij het opzetten van de Little Chute Windmill. Deze molen is in Nederland gebouwd naar origineel ontwerp uit 1850 en vervolgens uit elkaar gehaald, verzonden en opnieuw in elkaar gezet in Little Chute. Een dochter van Piet en Marietje is momenteel directeur van de molen.
Piet Arts (1930-2024) en Marietje Dortmans
Littlechutewindmill.org
Naast de Brabantse Artsen vertrekken er ook twee Artsen uit Amsterdam (uit het verhaal De duvelshoek) naar Amerika. De eerste is Elisabeth Arts (1899-1955). Zij trouwt eerst met Julius Schmidt in Amsterdam in 1919. Vijf jaar later scheiden ze kinderloos en in 1932 emigreert ze als single en housekeeper naar Amerika. Zij komt op 2 juli aan in New York met de SS Statendam van de Holland Amerika Lijn vanuit Rotterdam.
List or Manifest of Alien Passengers for the United States (1932).
SS Statendam (1929).Wikimedia Commons.
De tweede is Henri Arts (1929-2021). Hij neemt samen met zijn vrouw Mary een vliegtuig van de KLM vanuit Amsterdam en arriveert op 28 december 1956 in New York. Ze gaan in Rhode Island wonen. Via Henri gaat de Arts stamboom volop verder in de VS.
KLM Lockheed Super Constellation (PH-LKI) (1956).
Dit was het verhaal van acht Artsen die naar Amerika emigreren. Tussen 1850 en 1900 vertrekken er ook zeven Artsen naar Pruisen (Duitsland). Na de Tweede Wereldoorlog gaan er ook Artsen naar andere landen in Europa, maar ook naar Canada, Zuid Afrika, Australië en Nieuw Zeeland.